Letland is sinds woensdag het achttiende lid van de eurozone. Het land ruilt op nieuwjaarsdag de eigen lats als betaalmiddel in voor de euro.

Letland heeft op Malta, Cyprus en Estland na de kleinste economie van alle eurolanden. De economie van de Baltische staat groeide in 2013 naar schatting met 4 procent, na plussen van circa 5,5 procent in de twee voorgaande jaren.

Bijna 12 procent van de Letse beroepsbevolking is werkloos. Het land voldoet met een overheidstekort van 1,4 procent van het bruto binnenlands product (bbp) en een staatsschuld van minder dan 40 procent ruimschoots aan de Europese begrotingsnormen.

De leden van de Europese Unie die nog niet tot de eurozone behoren, hebben in principe de plicht om tot de muntunie toe te treden zodra ze aan de voorwaarden voldoen. Groot-Brittannië, Denemarken en Zweden hebben er echter voor gekozen om buiten de euro te blijven.

De 17 andere lidstaten van de eurozone zijn Nederland, Duitsland, België, Frankrijk, Italië, Spanje, Portugal, Griekenland, Ierland, Finland, Luxemburg, Oostenrijk, Slowakije, Slovenië, Estland, Malta en Cyprus.

De invoering van de euro in Letland is zonder problemen verlopen, liet het Letse ministerie van Financiën woensdag laten weten.

Geldautomaten zijn met succes overgezet naar de euro en de grootste banken van het land kenden geen problemen met de invoering van de Europese eenheidsmunt, aldus het ministerie.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl